Waar Helene Nolthenius in de eerste twee delen van haar boek de stijl van de berichtgevers getrouw probeert weer te geven, valt in het derde deel het volle licht op de eigen stijl van de schrijfster, die zeer helder en to the point is. Deze stijl in combinatie met haar kennis van zaken geeft haar interpretaties een grote overtuigingskracht. Aan die overtuigingskracht draagt ook bij dat ze mogelijke andere visies op de door haar besproken fenomenen expliciet in haar betoog vermeldt.
Het boek is rijk aan fraaie, kernachtige karakteristieken. Zo wordt bijvoorbeeld Franciscus' gehoorzaamheid aan de kerkelijke overheid samengevat in de zin: ‘Toegepast op Franciscus is het woord fundamentalisme dan ook niet meer dan een eufemisme.’ (p. 286)
Aan het slot van haar boek vat de schrijfster haar - gedeeltelijk relativerende - Franciscus-beeld samen als volgt:
‘Ik heb een mateloos mens gezien. Mateloos in zijn edelmoedigheid, zijn vriendschap, zijn offervaardigheid, zijn standvastigheid, zijn moed, zijn emoties... en in het verticalisme van zijn God-zoeken. Een mateloos mens tot in het absurde, een ‘nieuw soort gek’ in de ogen van de wereld. Broos en onverzettelijk heb ik hem de weg van de mystici zien gaan, nu zingend, dan schreiend, en naarmate hij vorderde op die weg werden zijn vermogens opzienbarender en zijn karaktertrekken geprononceerder. Hier en daar zal een gat gevallen zijn in het pleister van het traditionele heiligenbeeld, en het licht van de nimbus zal niet steeds zijn blijven branden.’ (p. 289-290)
Het bijeenbrengen van de gegevens, de overtuigende interpretatie en het weloverwogen arrangement dat Helene Nolthenius in het materiaal heeft aangebracht, vormen naar het oordeel van de jury te zamen een bewonderenswaardige prestatie, waarin wetenschap en literatuur een volstrekt natuurlijk lijkend verband zijn aangegaan. De lezer van Een man uit het dal van Spoleto komt zo dicht bij de middeleeuwse mens Franciscus als maar mogelijk is, dank zij de kennis en de kunde van de schrijfster en de wetenschapper Helene Nolthenius.
Het verheugt de Commissie zeer dat van het te bekronen boek in 1992 reeds een zevende druk mocht verschijnen. Uitgeverij Querido verdient een compliment voor het fraaie gewaad waarin zij het werk gekleed heeft.
Wam de Moor, voorzitter
Nop Maas
Aad Meinderts
Harry G.M. Prick